Bescherming tegen overstroming en droogte
De Demervallei vormt ter hoogte van de gemeenten Herk-de-Stad, Lummen, Halen en Diest een natuurlijke kom waar meer dan de helft van al het Limburgse water samenkomt. De voorbije jaren werd de waterbergingsfunctie van het gebied door de VMM verder uitgebouwd. In totaal kan nu ruim 10 miljoen m³ water geborgen worden. Daarmee worden overstromingen voorkomen. En krijgt het water de kans om in te dringen in te bodem, wat op zijn beurt helpt in periodes met grote droogte.
​
Dat maakt van het gebied een uniek samenvloeiingsgebied waar bijzondere graslanden met zeldzame dier- en plantensoorten voorkomen, die gebonden zijn aan natuurlijke overstromingen.
Het uitgestrekte valleilandschap doet al sinds mensenheugenis dienst als een cruciale buffer voor de waterveiligheid van de bewoners in het Demerbekken. Ook vandaag nog herinneren de grote overstromingen van de laatste jaren (juni 2016, november 2010, februari 2002, september 1998, …) ons hier regelmatig aan.
Daarom wordt binnen LIFE Delta ook bijzondere aandacht besteed aan het waterbeheer: een sterkere natuur gaat hier hand in hand met waterveiligheid. De natuur zal het water opvangen en laten indringen in de bodem. Zo worden overstromingen voorkomen én wordt de grondwatertafel gevoed. Dat helpt op zijn beurt om verdroging tegen te gaan tijdens periodes van lange droogte. Door de klimaatsopwarming zal er zowel meer kans zijn op hevige regenval als op lange periodes van droogte.
Water te snel afgevoerd
​
Al van oudsher probeerde de mens het water te beheersen in deze vallei. Eerst beperkten deze inspanningen zich tot het aanleggen van een drainagenetwerk van sloten en plaatselijk werden dijken gebouwd om lokale overstromingen in te perken. Maar gaandeweg werden de ingrepen belangrijker.
​
Vanaf de 17e eeuw werden de Herk, de Velpe, de Gete en zelfs de Demer in verschillende fasen herlegd om het water zo snel mogelijk af te voeren, zodat de vallei relatief droog bleef voor de landbouw.
​
Andere dijkverhogingen, beddingverdiepingen en grachtenaanleg gingen met de jaren steeds verder. Vanaf 1975 werd centraal in het Schulensbroek ongeveer 90 ha hooiland ontzand voor de aanleg van de E314. Het Schulensmeer, met een diepte tot 7 m, is een feit.
Om de overstromingen vanuit de Demer, de Gete, de Velpe, de Mangelbeek en de Herk op een centrale plaats op te vangen, wordt zowel in het Schulensbroek (begin jaren 80) als in het Webbekomsbroek een gecontroleerd overstromingsgebied aangelegd.